Tussen de 1 en 1,5 jaar

Kinderen van 1 jaar vinden het fijn om bij mensen te zijn. Ze proberen gesprekken te volgen. Als het stil wordt, gaan ze praten om weer contact te maken. Als je ‘nee’ zegt, stoppen ze met wat ze aan het doen zijn. Ze willen steeds meer dingen zelf doen. Ze proberen te helpen met aankleden en willen zelf eten. Misschien denk je dat je kind niet mee wil werken, maar het probeert juist om zelfstandig te worden.

 

Houd je kind bij je in de buurt. Vertel het wat je doet. Dat is gezellig en goed voor de taalontwikkeling. Je kind probeert je na te doen. Het laat steeds duidelijker zien wat het wil door woordjes te zeggen en gebaren te maken.

Kinderen vinden het leuk als ze mogen helpen. Laat je kind kleine klusjes doen. Geef het een vegertje of een stofdoek, of laat het de aardappelen in een pan doen.

 

Verstandelijke ontwikkeling

De ontwikkeling van baby’s is verbazingwekkend. Baby’s reageren direct op wat ze horen en zien. Ze begrijpen steeds beter dat dingen verband houden met elkaar en dat mama bijvoorbeeld naar je toe komt als je huilt. De spraak- en taalontwikkeling begint dus direct.

 

Ontwikkeling in de eerste drie maanden

Bij baby’s begint leren met voelen, grijpen, proeven, kijken en horen. Je baby ervaart hoe iets voelt of proeft, en merkt wat er gebeurt als hij iets doet of als zijn ouders iets doen. Als je kind bijvoorbeeld per ongeluk met een voet tegen de mobiel in de box stoot, komt er geluid uit. Na een paar keer weet je kind dit.

 

Tussen de drie en zes maanden

Je kind ontwikkelt zich heel snel en gaat ook van alles uitproberen. Wat je kind ziet, dat wil het pakken. Baby's vinden geluiden maken in deze periode ook heel leuk. Kinderen horen hun eigen stem en merken dat hun ouders daarop reageren. Ze gaan steeds vaker geluiden maken en ook op andere manieren je aandacht trekken. Ze leren van de reacties die ze krijgen.

 

Kinderen stoppen ook alles in hun mond, zoals hun vingers en speelgoed. Ze ontdekken namelijk niet alleen met hun ogen en handen, maar ook met hun mond. Ze ‘proeven’ alle nieuwe vormen en leren daarvan hoe dingen aanvoelen. Zorg ervoor dat je kind geen gevaarlijke dingen in de mond kan stoppen waardoor het zich ernstig kan verslikken.

 

Tussen de zes en twaalf maanden

Baby’s gaan nu dingen herkennen en weten dan al vaak wat ze ermee kunnen doen. Ze weten bijvoorbeeld dat er geluid uit een rammelaar komt als je ermee schudt. Ze gaan bewust van alles uitproberen om te zien wat er dan gebeurt. Bijvoorbeeld: als je kind per ongeluk een lepel van de kinderstoel stoot, merkt het dat de lepel op de grond valt. Later schuift je kind dan expres een lepel van de kinderstoel af, om te kijken of dat weer gebeurt. Je kind doet dat ook met andere dingen, en leert ervan.

 

Aan het eind van het eerste jaar gaan kinderen steeds vaker doelbewust dingen doen. Je kind denkt na bij wat het doet. Het trekt zich bijvoorbeeld op aan de box om ergens bij te kunnen. Baby's laten ook duidelijk merken wat ze willen. Ze steken bijvoorbeeld hun armen uit of maken geluid als ze willen dat je hen optilt.

 

Je baby begrijpt nu steeds meer woorden en herkent zijn naam. Je kind begrijpt nog niet alles wat je zegt, maar weet wat je bedoelt als je vertelt dat het in bad gaat, naar bed gaat of dat jullie naar buiten gaan.

 

 

 

 

Beelden onthouden

Voor een baby bestaan voorwerpen eerst alleen zolang hij ze ziet. Als je de knuffel onder de deken verstopt, weet je kind niet meer dat de knuffel er is. Langzaam maar zeker vormen zich beelden van mensen en voorwerpen in de hersenen. Vanaf een maand of zeven weet je kind dat dingen die je niet ziet er nog wel zijn, en gaat het die zoeken. In deze fase kan je kind wat angstig worden als je weggaat.

 

Spraak- en taalontwikkeling bij baby's

Een baby is meteen vanaf de geboorte sterk gericht op spreken en taal. De eerste jaren gaat de taalontwikkeling dan ook razendsnel. Jonge kinderen leren taal vooral thuis. Als ouder heb je daar zelf veel invloed op.

 

Praat veel tegen je kind

Baby’s leren al taal voordat ze kunnen praten. Maak daarom veel contact met je baby en reageer als je kind contact met jou wil. Het is heel belangrijk dat je samen praat, samen speelt, voorleest en liedjes zingt. Probeer te begrijpen wat je kind bedoelt en praat veel met je kind. Ook al praat je kind nog niet terug, je kunt toch al een gesprekje voeren. Op die manier leer je je kind praten.

 

Taalontwikkeling in het eerste halfjaar

Je pasgeboren baby hoort je stem en reageert daarop. Dat is al onderdeel van de taalontwikkeling. Huilen is ook praten voor kinderen. Daarmee kunnen ze aangeven dat er iets is. Kijk goed naar je baby en probeer te begrijpen wat er is als hij huilt.

 

Je kind begint ook te reageren op geluiden. Het hoort je stem en reageert daarop. Het draait de ogen of het hoofd naar het geluid toe.

 

Vanaf 2 tot 3 maanden maakt je kind al verschillende klanken en vanaf een maand of 4 maakt het allerlei geluidjes (‘uh uh’) en begint het te kraaien. Na 6 maanden herhalen baby’s hun eigen klanken en doen ze geluiden na.

 

Taalontwikkeling tussen de 6 en 12 maanden

Je kind luistert steeds beter wanneer mensen praten en probeert klanken van anderen na te doen.

 

Vanaf 9 maanden begint je kind eenvoudige opdrachten te begrijpen en later ook uit te voeren: ‘Geef maar aan mij.’ Je kind maakt gebaren, schudt het hoofd, wijst naar mensen of dingen, knikt en wuift. Je baby reageert op liedjes, bijvoorbeeld door geluiden en gebaren te maken.

 

Brabbelen

Rond 1 jaar gaat je kind klanken combineren. Dat heet brabbelen. Door je reactie leert je kind dat sommige klanken te maken hebben met papa of mama. Een Nederlandstalig kind zegt meestal eerst ‘papa’ en dan ‘mama’. ‘Mama’ is moeilijker dan ‘dada’ of ‘papa’.

 

Vanaf 1 jaar gaat het snel. Je kind doet een gesprek na door de klanken na te bootsen die het hoort. Dat zijn meestal nog geen echte woorden, maar het klinkt al goed. Je kind doet dit ook heel serieus en vindt zelf dat het echt aan het praten is.

 

Een kind van 1 jaar

Vanaf 1 jaar gaat je kind steeds meer woorden zeggen.

 

Je kind begrijpt eenvoudige opdrachten als: ‘Pak de bal.’

Het brabbelt veel en gevarieerd. Dit gebrabbel klinkt als de taal die je zelf spreekt.

De meeste kinderen kunnen al ‘papa’ en ‘mama’ zeggen.

Kinderen reageren nu op hun naam.

 

Komt u ontwikkeling van u baby overeen met de tekst die hier staat beschreven ?

Maak jouw eigen website met JouwWeb